Fietsvakantie van de Hesseler Fietsers in de Franse Alpen van 1 tot 9 juli 2017. Eén keer in de twee jaar organiseert de Hesseler Fietsers een fietsvakantie in het buitenland. Waren we twee jaar geleden in Italië om de Stelvio te beklimmen dit jaar is gekozen voor een fietsvakantie in het Franse hooggebergte in de plaats Guillestre. De organisatie was in handen van Roelof Jeuring en Okko Dekker. Zij hadden voor die week een ambitieus fietsprogramma opgesteld met voor elke dag een prachtige route in de omgeving van Guillestre. Guillestre ligt midden in een hoog berggebied met verschillende bekende bergcols in de nabijheid. Zoals Col de Vars, Col de Izoard, Col de Bonette, Col de Risoul en Col de Agnel. De hoogte van deze bergreuzen varieert van 1870 meter tot 2770 meter met een gemiddelde afstand van 20 tot 25 kilometer. Er was dan ook voor iedereen voldoende uitdaging om flink van wat hoogte meters te maken. Dit was dan ook wel even iets anders dan de viaducten in onze eigen omgeving. Deelnemers waren: Roelof Jeuring, Okko Dekker, Rinze Lenstra, Rudie Hilbrands, Rinus Hilbrands, Homme Prins, Rinie Meppelink, Ike Hylkema, Gert Hammink, Lammert Jutstra, Hans Hornstra en Marga Rouwhorst, Hendrik de Jonge en Truus Swemmer en onze gastfietser Jan Jutstra Twee leden van de Hesseler Fietsers (Hendrik en Hans) waren met de caravan al week eerder op de camping aangekomen om het terrein te verkennen. De rest arriveerde zaterdagavond 1 juli op de camping. Zij waren ’s morgens vroeg uit Oosterhesselen vertrokken in een busje met een aanhanger voor de fietsen. De totale afstand van Oosterhesselen naar Guillestre bedraagt 1200 km. Het was een lange reis in één dag maar dat was snel weer vergeten. Voor het verblijf op de camping waren 3 kant en klare tenten beschikbaar. Na het gezamenlijke ontbijt zijn we zondagmorgen gestart met een zogenaamd rustig rondje Embrun in totaal 49 km met een hoogte van 1207 meter. De bedoeling was om even in het ritme te komen en te wennen aan de hoogte. Maar het werd ons al snel duidelijk dat we de komende dagen te maken kregen met behoorlijke hoogteverschillen. Vooral in het begin kregen we beklimmingen met een gemiddelde stijging van 10 ậ 12%. Voor velen van ons was dat wel even wennen. Maar het was onderweg ook genieten van de prachtige omgeving van Embrun. Als toegift stond de beklimming van de Col Risoul nog op het programma met afstand van 30 km naar een hoogte van 1870 meter. Een aantal fanatieke fietsers hebben dit nog gereden terwijl de rest het voor die dag wel welletjes vond en de voorkeur gaf aan een duik in het zwembad. Voor deze avond hadden Marga en Truus macaroni gekookt en hebben we gezamenlijk gegeten op de camping. Maandag stond ons de beklimming van de Izoard te wachten met een afstand van 66 km en een hoogte van 2360 m. De indrukwekkende Col uit de Tour de France. De eerste 10 km vanuit Guillestre ging geleidelijk omhoog. Daarna begon het serieuze werk met de beklimming van de Izoard. Het begon direct stijl terwijl het vals plat leek bedroeg het stijgingspercentage maar liefst 12%. Geen enkele bocht maar steil omhoog. Hier werd het mentale gestel van de fietsers zwaar op de proef gesteld. Daarna werd het weer wat vlakker met verschillende haarspeldbochten. Om te fietsen veel prettiger. Met het stijgen van de berg werd de omgeving steeds kaler met prachtige uitzichten. Na een beklimming van 20 km kwam iedereen uiteindelijk aan de top van de berg. Bovenop de berg hebben we uiteraard even geposeerd voor het monument van de Izoard. Daarna zijn we dezelfde weg weer terug gereden naar de camping. Op dinsdag was het rustig uitfietsen met een afstand van 60 km. De route vanaf de camping liep door een indrukwekkende kloof de Gorges du Guil met verschillende nauwe tunneltjes en langs hoge rotswanden. Na de beklimming van de vorige dag was dit heerlijk fietsen. Uiteindelijk na 30 km kwamen we uit in een prachtig natuurgebied Vallée du Haut Guil. Op de terugweg hebben in het skidorp Abriés heerlijke soep gegeten. Op woensdag hadden we de Koningsrit naar de Col de La Bonette met een totale hoogte van 2800 meter, maar daarvoor moest eerst de Col de Vars met een hoogte van 2129 meter worden beklommen. Een totale afstand van 148 km met in totaal 4293 hoogtemeters. De Col de la Bonette is een echte kuitenbijter. Vooral aan het begin van de top is de berg extreem stijl. Een echte uitdaging voor de fanatieke fietsers. Dat bleek achteraf ook wel dat voor sommige fietsers de afstand net iets te ver was. Niet alleen de beklimming maar ook de hoogte en de ijle lucht maken het extra moeilijk. Voor de gestrande fietsers was Gert met de bus beschikbaar om hen op te halen. Van de 13 fietsers hebben 7 fietsers de tocht volbracht. Voor enkelen met “de dood of de gladiolen” maar een top prestatie. Om een beetje bij te komen van de inspanningen van de vorige dag hebben we op donderdag gekozen voor een minder zware route. Marga heeft deze dag ook meegefietst. Op deze dag hebben we in totaal 59 km gefietst naar een hoogte van 1480 meter. Terug op de camping hebben nog heerlijk gezwommen in het naast gelegen zwembad. Vrijdag alweer de laatste fietsdag. Vandaag stond ons de beklimming van de Col Agnel naar een hoogte van 2747 meter te wachten. Een prachtige col op de grens met Italië. De beklimming ging geleidelijk omhoog met een stijgingspercentage met gemiddeld 9%. Boven aan de top lag nog sneeuw en was het behoorlijk koud. In de afdaling was het nog wel even opletten want de marmotten gebruiken het warme asfalt als een zonnebank. In het dorp halverwege de berg hebben we met elkaar nog wat gedronken en nagepraat over de mooie ervaring. ’s Avonds hebben we de week afgesloten met een heerlijk diner in het dorp Guillestre. Guillestre is een gezellig historisch oud dorp in
Lucas Jalving en Geert Engberts 2016
Zantingh Tweewielers ATB 2016
Fietsen tegen kanker 2016
Zaterdag 18 juni 2016 was het zover, de 5e editie van Fietsen tegen Kanker, een sponsorfietstocht van Voorburg naar Oosterhesselen met een totale lengte van 240 kilometer. Vijf jaar geleden werd de eerste tocht verreden op initiatief van een aantal Haagse vrienden die in korte tijd twee van hun fietsvrienden aan kanker hadden verloren. Eén van deze Haagse vrienden, Arthur Boon, woonde inmiddels in ons dorp en zo ontstond toen het idee een fietstocht te organiseren van Voorburg naar Oosterhesselen. In 2015 namen we met een groep Hesseler Fietsers deel aan een verkorte versie van de tocht, dit beviel zo goed dat Roelof Jeuring en Henk van Veen besloten in 2016 deel te nemen aan de 5e editie van de tocht. Nadat we ons hadden ingeschreven zijn we gestart met het bijeen halen van sponsorbijdragen waarbij we naast vrienden, familie en kennissen uiteraard ook een beroep hebben gedaan op de leden van onze vereniging. Er werd gul gegeven, met weinig moeite hebben we uiteindelijk een mooie bijdrage kunnen leveren aan het eindresultaat van dit jaar. Hierover verderop meer. Vrijdag 17 juni vertrokken we, vergezeld van dorpsgenoot Arjan Wilting, richting Voorburg. Zoals eigenlijk alle deelnemers, had Arjan een speciale reden om deel te nemen aan de monstertocht. Hoewel hij niet kan worden gerekend tot de geoefende fietsers wilde hij ter eer van Erwin Brinkman, een vriend van hem die eerder dit jaar op veel te jonge leeftijd aan kanker is overleden, deelnemen . Onderweg naar Voorburg kwamen we terecht in een onheilspellende regenbui maar gelukkig waren de weergoden ons bij aankomst in Voorburg beter gezind. Aangekomen bij ons gastgezin, Yvonne Huizing en haar vriend Jordy, werden we verwelkomd met koffie en vlaai waarna we een tijdje later vertrokken naar de Haagse binnenstad om hier onze magen te vullen en de dorst te lessen. Het was gezelligheid troef op het mooie zonnige plein waar de biertjes lonkten. Uiteraard stonden we sterk in onze schoenen. Wetende dat we de volgende dag een topprestatie moesten leveren togen we al weer vroeg huiswaarts om ons luchtbedje op te gaan blazen. Daarbij bleek dat het bedje van Roelof lek was maar gelukkig bracht een plakkertje uitkomst en konden we lekker gaan slapen, althans dat dachten we. Nu is slapen op een luchtbed nooit zo prettig maar deze nacht deden we beiden bijna geen oog dicht. Zou het de spanning voor de tocht zijn geweest? Ergens tegen de morgen was ik Roelof kwijt waardoor ik dacht dat hij misschien op de bank in de kamer was gaan liggen. Toen ik beter keek bleek dit toch niet het geval te zijn. Hij lag wel op zijn luchtbed maar deze was inmiddels alweer zover leeg gelopen dat Roelof er helemaal in weggezakt was met zijn ranke lichaam. ’s-Morgens om 6 uur kwam er een eind aan een hopeloze nacht en stonden we op om ons richting de startplaats te begeven. Hier hadden we een prima verzorgd gezamenlijk ontbijt met alle deelnemers aan de tocht en troffen we de laatste voorbereidingen voor het vertrek naar Oosterhesselen. Er zou die dag worden gefietst in drie snelheidsgroepen waarbij gemiddelde snelheden van respectievelijk 30, 28 en 25 kilometer per uur zouden worden aangehouden. Roelof en ik hadden besloten met de middelste groep mee te fietsen. Om 8 uur werd het startschot gegeven en konden we met ruim 50 fietsers, uitgewuifd door Yvonne en haar vriend Jordy, onder mooie weersomstandigheden vertrekken. Na eerst een indrukwekkend rondje over de begraafplaats te hebben gefietst waar de twee Haagse jongens die aan kanker waren overleden lagen begraven gingen we met een Zuidwesten windje in de rug op weg richting Baarn waar de eerste stop zou zijn. Door onduidelijkheid over wat nu welke groep was kwamen Roelof en ik in een groep terecht die, naar al snel bleek, de snelle groep was. Duizelingwekkende snelheden werden bereikt waarbij het na de bochten stevig aanzetten was om niet uit het wiel te worden gereden. Nu zijn we bij de Hesseler Fietsers wel wat gewend maar een vooruitzicht van 240 kilometer met dit soort snelheden deed ons de schrik om het hart slaan. Gelukkig ging het tempo later wat naar beneden waardoor we besloten toch in deze groep te blijven rijden. Zoals gezegd was de eerste stop in Baarn. Hier stond de volgauto klaar en konden we onze krachten weer op peil brengen met koffie en koek waarna we al snel weer vertrokken voor de tweede etappe richting Nunspeet. Onze benen waren inmiddels behoorlijk opgewarmd en we hadden een mooie positie in het peloton ingenomen waardoor we zonder moeite de 2e stop in Nunspeet wisten te bereiken. Onderweg nog wel een valpartijtje van een medefietser maar gelukkig zonder al te veel gevolgen. Terwijl in Nunspeet de lunch werd genuttigd begon het te regenen waardoor bij vertrek de regenjasjes toch nog aan moesten. Gelukkig duurde de regen niet lang en konden we onder verder goede omstandigheden onze tocht voortzetten. Na één lekke band kwamen we rond drie uur aan in Dalfsen waar de volgauto alweer klaar stond om ons te voorzien van energydrank en bananen. Na een kort verblijf in Dalfsen begonnen we aan de laatste 50 kilometer van de tocht. Iedereen was nog behoorlijk fit hoewel bij sommigen de accu toch wel wat leeg begon te raken. Niemand hoefde echter af te haken omdat we elkaar erdoor sleepten. Na nog een vervelend stukje tegen de wind in bij De Krim kwamen we om 16.45 uur, een recordtijd, aan in Oosterhesselen. Hier werden we opgewacht door een luid applaudisserende menigte die ons kippenvel bezorgde. Gehuldigd door familieleden en kennissen lieten we ons even later de pilsjes op het terras van Jan en Hilda Nibourg goed smaken. Hiermee bezig werden we tot onze grote verrassing nog in de bloemetjes gezet door Geert en Alie Brinkman, een emotioneel moment die ons nog eens extra deed beseffen wat de voornaamste reden voor ons was geweest om mee te doen. Nadat we ons thuis wat hadden opgefrist hebben we de dag afgesloten met een gezellige barbecue. Hier werd